Dag 4: Aanstellert

15 juli 2023 - Tórshavn, Faeröer

We hadden natuurlijk uit kunnen slapen vandaag. Ik zeg met klem hadden, want dat is niet gelukt. Niet vanwege plasperikelen, die waren er niet, nee vanwege het feit dat ik toch weer heel vroeg wakker was geworden. Ruim een uur voor de wekker. Ik denk dat het komt doordat het daglicht flink de kamer in kan schijnen. Toen de wekker eenmaal ging begon Sabine te zingen van Berend Bodje, schuitje varen, varen varen etc. Nou wat een herrie was dat zeg en ik wilde gewoon nog even snoozen. Dus dat zei ik en Sabine reageerde door ze zeggen dat ze mij maar een aanstellert vond. Ja met een t. Op z’n Sabiens. Toen ik refereerde aan het feit dat we hadden gelezen dat we apart de boot op moesten begon ze te piepen. Nu was zij de aanstellert.

Na nog een extra keer snoozen gingen we eruit. Tanden poetsen, slaapzakken inpakken, douchen, tassen inpakken, tassen in de auto, ontbijten, filmpje van Sarah met Daan kijken, een videogesprek ontvangen van Renate met Lieve, thee drinken, kamer controleren, de laatste plas voor het gaan en weg naar de receptie van de camping. Daar leverden we de sleutel in. Dit keer niet bij Mogen. Hij zat te eten in het kamertje achter. Nee bij een vrouw (ik denk zijn vrouw) waarvan Sabine zei dat ze best wat spraakzamer zou kunnen zijn en wat blijer zou mogen kijken. Ze vergelijk daarop mij met Mogen (degene die altijd maar met iedereen praat) en zichzelf met de vrouw. Hierop gingen we naar de auto en daar hebben we nog even overlegd wat we zouden doen. Kijk, het is een half uurtje rijden naar Hirtshals, maar om nou om half elf aan te komen terwijl de boot om half vier vertrekt is misschien wel een beetje teveel van het goede. We kwamen tot de conclusie dat we toch eerst even gingen kijken waar de boot zou zijn. Dus wij vol goede moed op weg.

We hadden natuurlijk het eerste deel van de dag gezellig in een pubje in Hirtshals kunnen zitten. Je weet wel, gezellig wat drinken, wat kletsen, muziekje op de achtergrond, mensen kijken eventueel door straatjes lopen, maar ja, dat is niet gebeurd. Om half elf stonden wij als derde auto, en als tweede in lane 4, in de rij voor de Smyril line. Ik twijfelde of ik wel goed stond in lane 4, dus ben nog even terug gelopen. Jawel hoor, lane 4,5,6 en 7 waren voor de Faeröer. Ik zag ook het bordje centrum en vond eigenlijk dat we veel te vroeg in de rij stonden. Dus ik terug naar de auto, de regendruppels ontwijkend, en daar met Sabine overlegd. Wat zij dan zou willen? Nou, dat antwoord wist ik natuurlijk al: gewoon wachten. Nou, viel het wachten best wel mee, want om elf uur mochten we al doorrijden. We moesten even in lane 23 gaan staan. Trouwens, het is wel heel grappig dat als je zegt dat je hebt geboekt en Sabine nog wild in de tas zit te graaien naar de print er al wordt gezegd: ”ja, Simone en Sabine”. Dus ik zeg: “Hoe weet u dat nou?” Wat blijkt? We hebben natuurlijk kenteken registratie. Dus wij op naar lane 23 en parkeerde achter de Duitser, die net ook al voor ons stond. Direct even uitgestapt, want nu moesten we toch wel naar de wc. Nou, ik was nog maar net klaar toen ik zag dat die Duitser een heel eind naar voren moest rijden. Achter mij stond een Hongaar in een bus en er liep een mannetje richting mijn auto. Ik riep dus: “Sabien, ik denk dat ik naar de auto moet”. Op dat moment sjeeste Sabine ook het toilet uit met de medeling: “Ik zat rustig te wachten, want er was geen wc papier”. Dus ik trok een sprintje richting auto. Ik had gelijk een dejavu met Newcastle een aantal jaar geleden. Toen stonden we al een poos in de hitte te wachten tot we de boot op mochten. Op de boot hadden we een toilet, maar dit duurde zo lang dat we het beide niet meer op konden houden. Dus wij er uit en naar kamer 100. Toen we terug kwamen na een minuut of vijf, stond mijn kia rio als remi in zijn lane. Kijk, en dat wilde ik natuurlijk dit keer voorkomen. We stonden daar vrolijk bijna vooraan in de rij en we hadden allerlei leuke manieren bedacht om ons te vermaken. Al moet ik toegeven dat ik een aantal maal kenbaar heb gemaakt dat het toch wel erg leuk zou zijn geweest als we eerst Hirtshals in waren gegaan. We speelden ik zie, ik zie, wat jij niet ziet. Maar ja, daar mee ben je zo uitgekakt. Dus toen kwam de favoriet van mijn klas: Wie of wat ben ik? Super leuk natuurlijk. Nou, Sabine was eigenlijk al klaar bij de bezem. Aanstellert. Die ze niet kon raden. Het campingstoeltje op de vliering had ik wel geraden. De wat vind Sabine niet zo heel erg om te raden, maar toen kwam ik met wie. Het was natuurlijk koningin Maxima. Dat had iedereen kunnen weten. Nou, Sabine niet hoor. Pas bij de hint: “Dat was een beetje dom”. Wist ze het. Daarna kwam voor mij het helmgras, dat was onbegonnen werk. Koning Willem Alexander had Sabine dan wel weer redelijk vlot door. En terwijl we daar zo stonden te wachten vroegen we af waar de Norröna bleef. Op de radar was deze inderdaad nog niet in de haven te zien.

20230715_104931 20230715_104135

We hadden natuurlijk iets leuks kunnen doen. Maar in plaats daarvan gingen we eens kijken hoeveel Nederlanders er in de rij stonden. Er stonden op het moment van tellen 2 rijen auto’s, een plukje motoren en twee mini rijtjes campers. In onze twee rijen stonden 7 auto’s met Nederlands kenteken. Bij de motoren was er één met Nederlands kenteken en bij de campers geen. Ik had nog een foto gemaakt van de rijen met auto’s. We vroegen ons af hoe rendabel het zou zijn met zo weinig mensen en voertuigen op de boot. Net toen we dachten dat de boot waarschijnlijk niet meer zou komen (we wisten heus wel dat ie komen zou, maar het duurde zo lang) doemde er een enorm schip op. Dus ik uit de auto om wat foto’s te maken. Ik was zeker niet de enige. Sabine ging niet mee. Aanstellert. Na wat foto’s gemaakt te hebben was iedereen in de rij blij dat de boot er was. Die Duitser voor mij startte zelfs zijn motor. Dat was een beetje dom, want de boot moet natuurlijk eerst nog geleegd worden. Dat leek vrij vlot te gaan. Eerst kwamen de campers, ondertussen werden er wat containers uitgeladen en daarna konden de auto’s. Vervolgens mocht de eerste auto met caravan de boot op. Zou het nou dat toch echt gaan gebeuren? Maar wij mochten nog niet. Het leek uren te duren. En het gekke was, dat er ineens heel veel campers langs kwamen. Bij elk kenteken riepen we het land waar die vandaan kwam. Zat er toch ineens een Nederlander tussen. Waar kwam die nou vandaan? Toen we nog even de auto uitstapte, zagen we dat er ineens heel veel auto’s bij waren gekomen. Sabine vroeg zich af waar die nou toch vandaan kwamen. Waarop ik dan weer steevast antwoorde: “Dat zij vast iets gezelligs hebben gedaan in Hirtshals”. Sabine vond mij nu een echte aanstellert.

En toen was het tijd om de boot op te rijden. We konden zowaar samen. Al die paniek voor niets. We hadden al bedacht dat het waarschijnlijk in de corona tijd was dat dat gebeurd was. Deze boot heeft maar één in en uitgang voor de voertuigen. We reden dus de boot op, moesten omhoog, rechts het hoekie om, kwamen over platen die zo herrie maakte en zo bewogen dat we dachten dat het in zou storten, maakte links omkeert om vervolgens heeeeeel dicht op de Duitser voor ons te parkeren. Achter ons moest een stel met klein kind hun auto zetten. De medewerker van de Smyril line stond maar te wapperen dat hij heel wat ruimte had en steeds een stukje dichterbij kon komen. Die man had niet door dat ik achter hem stond en naar de bijrijder zat te seinen dat het toch wel een heeeeel kleine ruimte was die er nog over was. Daarna zagen we het geschikte gezicht van diezelfde bijrijder want, al lukte het Sabine om de auto uit te komen, dat zou hun nooit lukken met die kleine op de achterbank, precies aan de kant waar de deur nauwelijks open kon. We vroegen of hun nog even moesten helpen, maar ze dachten dat als het echt niet zou lukken er wel hulp zou komen. Iets wat natuurlijk logisch is, want zolang zij daar stonden te hannessen kon er geen auto meer langs. Vervolgens gingen wij met onze geminimaliseerde bagage naar boven, op zoek naar hut 8405. Ik moet daar even bij zeggen dat toen ik bij het boeken in december er achter kwam dat we bijna twee dagen op het schip zouden zitten, ik de hut heb veranderd in een Nordic deluxe hut. We zitten nu dus lekker decadent met een mini bar en een koffiemachine, een zitje met groot raam en een douche waarbij je niet gelijk innig contact hebt met het douchegordijn (we hebben geen gordijn) of op moet passen om in de wc pot te vallen en een bed van 1,80m en tv op de kamer in een enorme hut. Het leuke is dat je ook op kussens voor het raam kunt zitten. Nu kunnen we zelfs vanuit onze slaapkamer orka’s spotten. Niet dat we ze gezien hebben, maar dat terzijde. Het allergrootste voordeel is dat ik eigenlijk heel rustig kan zitten en naar de horizon kan kijken.

20230715_123915 20230715_134106 20230715_134155 20230715_134742

In de hut hebben we folders van Faeröer gelezen en samen nog gezellig twee filipines gemaakt. Toch duurde het wachten wel heel erg lang. Onder ons zagen wij een boot. De kapitein riep nog om dat we iets vertraging zouden hebben, ongeveer een uur. Maar waar voor dat was, dat heb ik niet kunnen verstaan. Eerst kregen we nog wel uitleg over wat we moesten doen in het geval dat het alarm afgaat. Op de deur zag ik dat we naar sectie D moesten. Dus wij er uit. En ja hoor, daar werden we door een vriendelijk meisje, met zo’n gekleurd reflecterend vest aan en een reddingsvest in haar hand, mee gewapperd om naar beneden te gaan. Heel eerlijk, wij hebben nog nooit uitleg gehad op de boot wat te doen bij nood. Dit is of een heel veilig gevoel of een naar voorteken. Hoe dan ook, als de scheepstoeter zeven keer kort en één keer lang gaat betekend dit dat wij met lange broek, sokken, schoenen, jas, vest, muts en handschoenen (die laatste twee liggen nog in de auto), maar zonder bagage naar dek D moeten komen. Ik vraag me af hoe ik alles zo snel aangetrokken krijg voor ik bij dek D ben. Daarna hebben we gewacht tot wij eindelijk vertrokken.

20230715_135331 20230715_140605 20230715_144050 20230715_144208

Vanavond hebben we gedineerd in de Nóatún. Natuurlijk kozen wij weer een plekje precies naast Nederlanders, maar daar hebben wij ons niets van aangetrokken. Toen zijn we nog even naar de taxfree shop gegaan, waar we niets hebben gekocht. Nu zitten we heerlijk te genieten van ons uitzicht op de horizon. Elke keer als we de kamer inlopen zeg ik: ”Tjonge, wat hebben wij toch geboft”. Het is nu negen uur en wat wij zo gaan doen, dat weten wij nog niet. We gokken er wel op dat we morgen kunnen uitslapen aangezien de gordijnen behoorlijk verduisterend zijn.

Foto’s

1 Reactie

  1. Anja:
    17 juli 2023
    Een beetje afzien toch? Druk druk druk. Morgen weer een overstee ! Daarna rust? We gaan het lezen !