Koel: dag 19

12 augustus 2020 - Overberg, Nederland

Na net de studentenhaver op het toetsenbord van de laptop te hebben laten vallen, begin ik toch maar even met het verhaal van vandaag. Na de regen van vannacht had ik eigenlijk wel verwacht dat het afgekoeld zou zijn. Nou, viel dat even tegen. De tegels waren nog nat, net als al het tuinmeubilair, maar het werd, ondanks dat er nog bewolking was, al behoorlijk warm. Ik had de wekker op 8:00 uur gezet zodat ik de krant niet mis zou grijpen en was al ruim voor de wekker wakker. Ook vannacht was het extreem warm. Dit soort zaken kennen wij eigenlijk niet van de zomervakantie, aangezien wij normaal gesproken dan lekker op koele plekken zijn zoals IJsland, Ierland of Schotland. Na gedoucht te hebben ben ik direct de krant gaan halen. Ik had de voor na laatste. De krant van vandaag was minder negatief dan die van gisteren. Of moet ik zeggen dat deze de hufterigheid van onze maatschappij minder liet zien (al baal ik enorm van het hele Zwarte Pieten gezeik. Zwarte Piet is compleet iets anders dan Black face en zolang ik leef heb ik Zwarte Piet nooit geassocieerd met slavernij, laat staan dat ik onze gekleurde landgenoten ervoor aanzag.) Na het ontbijt besloten we dat we het plan, dat we gisteren hadden bedacht, ook zouden uitvoeren, dus om 9:45 uur zaten we met de bepakte rugzakken in de auto op weg naar Spakenburg. We hadden echt van alles mee, ik had zelfs mijn haarelastiekje niet vergeten. Alleen zat deze nog om mijn pols en reden we met twee open raampjes tegen de hitte. Mijn haar prikte geregeld in mijn ogen, plakte aan mijn gezicht en irriteerde mij enorm. Gelukkig hadden we alle lichten mee zodat ik geen kans had dat elastiekje in mijn haar te doen. Toen het mij eenmaal half gelukt was bij een rotonde, zat het elastiekje er half in en mijn haar er half uit. Het zat in ieder geval nog net zo irritant als daarvoor. Gelukkig schoot Sabine te hulp en daar zat ik dan met een staartje een beetje raar, maar het doel bereikt , op mijn hoofd. Het was een mooie tocht naar Spakenburg. Door Scherpenzeel, Barneveld, langs Amersfoort en dan zo naar Bunschoten-Spakenburg. We hebben de auto in garage Oosterpoort gezet. Als je daar een beetje verder doorrijdt zit je niet meer in de blauwe zone en parkeer je koel en gratis. Omdat ik altijd twijfel of het wel klopt met dat betalen, vroeg ik het aan een man die net zijn auto wilde instappen. Hij keek mij wat raar, zeg maar vaag aan, en gaf toen antwoord. Toen Sabine en ik onze weg vervolgden was ze zo lief nog even te melden dat mijn staartje nog steeds raar op mijn hoofd zat. Toen omhoog de garage uit en richting de haven. Heet dat het al was, enorm! We zagen al borden dat we mee konden varen met een boot en dat we kaartjes moesten halen bij de VVV. Zo gelezen, zo gedaan. De VVV zat er nagenoeg naast. We zagen ook het museum. Leuk voor later met de museumjaarkaart, hebben we deze dit jaar niet voor niets (sinds Corona niet meer gebruikt ivm tijdsloten). Daar hebben we 2 kaartjes voor de botter gescoord. Volgens de dame moesten we de BU155 hebben aangezien die schipper zo leuk kon vertellen. De BU155 voer pas uit toen wij terug kwamen. Wij zaten op de Schokland (de ijsvogel), een botter uit 1937 die de botters van vissers controleerde. Deze had een kajuit en was iets minder groot. De BU9 (een vissersboot) vertrok direct met ons, maar richting de andere kant, en had voornamelijk ouders met kinderen mee. Voor we vertrokken hadden we gereserveerd bij visrestaurant de Oude Haven. We voeren de oude haven uit, langs de visafslag en de nieuwe haven en gingen direct stuurboord. Daar moesten we even oppassen want er was een deel afgezet met tonnen waar de oude botters ooit, na het dichtmaken van de Zuiderzee, het hoekje om werden gebracht. Gevaarlijk terrein dus. Het was heet, Bloedheet. De zon brandde op onze huid en er stond nauwelijks wind. We kregen heel wat te horen. De stormvloed van 1916,  het voltooien van de afsluitdijk waardoor de visserij negatief werd beïnvloed en het inpolderen. Spakenburg is nooit verplaatst maar heeft aan de Zuiderzee en het IJsselmeer gelegen en ligt nu aan het Nijkerkernauw. De botters vissen niet meer en kunnen minder goed tegen zoet- dan tegen zoutwater.

20200812_113017 

We voeren om het drie provinciën punt. Terug in de haven was het nog heter. Geen verkoeling te vinden en dus hebben we een zijstraatje dat een beetje wind had een paar keer doorlopen. Daarna zijn we nog even het dorp doorgelopen om ons vervolgens bij de Oude Haven te laten verwennen met scholfilet, calamare’s en patat. Dichter bij fish and chips gaan we niet komen dit jaar. Na het eten zijn we het museum ingegaan. Ook lekker koel. Daar werd ons verteld dat, om de waterstand zo hoog als die van 1916 te voorkomen, er een ijzeren balk in de haven lag. Deze hebben wij gezien, daar staat tekst in. Dit zijn schotten die omhoog kunnen wanneer het waterpeil erg hoog dreigt te komen. In plaats van de te lagen schuiven.

20200812_134858

Na het museum hebben we een lekker ijsje gehaald bij de Spatel, om vervolgens na kaarten te hebben gekocht, weer naar de garage te gaan. Wat een verademing was het om in de garage aan te komen. Zo koel. Ook de auto, heerlijk koel. We zouden terug naar Overberg, maar omdat we nog net voor sluitingstijd bij tweedehandswinkel Goed Zo in Amerongen zouden kunnen aankomen, gingen we naar  de tweedehands sigarenschuur.

Wat  denk je? Wegens vakantie gesloten. Dan maar terug naar Overberg voor een lekkere duik in ons zwembad (extra groot voetenbadje). Zalig. We moesten wel eerst alle eikels, blaadjes, takjes en dode beestjes uit het water zien te halen welke er na de storm van gisteren in waren gekomen. Het water lijkt ook wat troebeler dan gisteren, maar was er niet minder verkoelend om. Daarna lekker lezen op de ligstoelen. Nadat we zo’n anderhalf uur de kaarten hadden geschreven en wij ons alweer hadden omgekleed, gingen we de kaarten op de bus doen en ons rondje weer lopen. Nu zagen we een hazelworm. Zo dood als een pier. Nu is mij geleerd dat je dode dieren niet moet aanraken en, als je dat doet, je gelijk je handen moet wassen. Natuurlijk zat Sabine er direct met haar vingers aan. Levend of dood, dat maakt haar niet uit. Raar dat ze het vond dat ik even geen hand meer gaf. In het bos hebben we geen herten gezien. Het was ook veel te heet. Op de camping bofte Sabine enorm. Een vlieg op haar arm. Nee twee! Aan het paren. Komt vast door de geur van dode dieren.

IMG-20200812-WA0005

Verder hebben we weinig ondernomen. We zitten met twee ventilatoren aan en alle ramen open en het is nog heet. Natuurlijk heb ik wel nog even de caravan geveegd. Een stofzuiger voor het matje zou handig zijn. Morgen maar even op onderzoek uit.

Foto’s